United we stand, Divided we fall.
Together we are what we can’t be alone…
Afgelopen woensdag 28 mei was het de officiële kick-off van de 103de (!) Internationale Arbeidsconferentie. Onder de vlag “Building a future with decent work” bespreken ongeveer 4.000 vertegenwoordigers van regeringen, werkgevers en vakbonden uit 185 lidstaten een reeks onderwerpen gaande van strategieën voor werkgelegenheid en arbeidsmigratie, het versterken van de conventie over dwangarbeid tot de transitie van informele naar formele economie. Stuk voor stuk zwaarwichtige en uitdagende thema’s. De wereld zal toekijken op wat er zich de komende 14 dagen afspeelt in Genève. Slaagt het wereldparlement van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) erin om een nieuw elan te geven aan het streven naar meer en waardig werk in duurzame ondernemingen en hiervoor sterke hefbomen te vinden? Kunnen gemoderniseerde en verstrekte instrumenten dwangarbeid en mensenhandel een halt toeroepen? Gaan alle achterpoortjes dicht? Met naar schatting 21 miljoen mannen, vrouwen en kinderen in dwangarbeid is falen geen optie. De uitdaging om de situatie te verbeteren van de immense groep die nu overleven in de informele economie is zo mogelijk nog groter. Informele arbeid gaat immers gepaard met slechte werkomstandigheden, een laag inkomen, geen toegang tot sociale beschermingssystemen of opleiding… Informaliteit maakt tot 80% uit van de werkgelegenheid in landen in ontwikkeling. Toch is het geen exclusief probleem van die regio’s. Ook in ontwikkelde landen tekent de informele economie nog voor 5 à 15%.
En dan is er nog het tribunaal van de conferentie: de commissie van de normen die een reeks schrijnende gevallen van niet-toepassing of inbreuken op de internationale normen bespreekt. 25 landen zullen op het matje geroepen worden. Het minste wat we kunnen zeggen is dat die commissie de afgelopen 2 jaar in woelig vaarwater terechtgekomen was. Een discussie over het stakingsrecht vormde een struikelblok voor de werkgevers en daarmee ook voor het handhavingsmechanisme van de IAO. Als gevolg daarvan heerst er nu een soort onderhuidse spanning. Sommigen nemen zelfs de woorden ‘boycot’ en ‘werkgevers’ in de mond. Misschien was het ongewoon, maar zeker niet ongehoord, dat de werkgeversgroep op zijn strepen ging staan. Een organisatie die prat gaat op zijn tripartite karakter moet dat label ook waar maken en ruimte geven voor de aspiraties van elk van zijn geledingen. Het feit dat de IAO plannen heeft voor een rechtstreekse samenwerking met multinationale ondernemingen zonder daarbij een centrale en coördinerende rol te voorzien voor de werkgeversorganisatie is eerder olie op het vuur. Maar die feiten mogen deze conferentie niet schaden. Daarvoor zijn de onderwerpen te belangrijk.
Laat het duidelijk zijn: de werkgeversgroep, en de Belgische delegatie in het bijzonder, is en blijft trouw aan de IAO-zaak. Geen enkel instituut, geen ander mechanisme is zo goed geplaatst om een boost te geven aan de creatie van waardig werk, duurzame ondernemingen en (werk)omstandigheden die werknemers en zakenmensen een vooruitzicht te geven op vrede, welvaart en vooruitgang. Toch kan van die agenda geen sprake zijn zonder daarin de centrale rol van ondernemingen te erkennen en hen de nodige ruimte te laten om die te vervullen.
België zal ook dit jaar weer een belangrijke team zijn op deze mondiale. We zijn hier misschien niet present met scorende spitsen maar wel met sterke aangevers, spelverdelers die de openingen zien. Ik voel onder de Belgen ook die eerder vermelde spanning niet. Geen stress in onze kleedkamer, relaxte gezichten maar wel de nodige focus in de ogen. Ik zag Luc Cortebeeck, vol vertrouwen, in een voor hem zeer bekende omgeving en zonder de druk van de Belgische media en vakbondscentrales. Ook Marc Leemans, als woordvoerder van de werknemers in de commissie van de normen, is er klaar voor op een positieve manier. Ik zag de grappende Chris Serroyen en Gilbert Deswert (ACV), levendige gesprekken tussen Rafael Lamas, Thierry Aerts en René Geybels (ABVV-FGTB), een ontspannen Olivier Valentin (CGSLB) en bezige bij Thérèse Boutsen (FOD WASO). Delegatieleider Willy Claes is oprecht geïnteresseerd en klaar om als coach de troepen aan te vuren vanaf de zijlijn, vastberaden om hier een goed resultaat neer te zetten.
Voor de werkgevers brengt arbeidsmarktspecialist Jan Denys een pak ervaring en heel wat studiewerk mee. Hij zal ongetwijfeld de discussie over informele economie mee animeren. VBO-collega Michèle Claus neemt het dossier dwangarbeid voor haar rekening. En ook onze dug-out is nog goed gevuld met extra versterkingen. Over hen hebben we het volgende week.
En ik? Mijn agenda draait voornamelijk rond de discussie over werkgelegenheid en het bewaren van het overzicht. Geen sinecure met tientallen vergaderingen per dag, thema-evenementen en een reeks sociale verplichtingen. But hé, that’s why I’m in to this!
In life, as in football, you won’t go far unless you know where the goalposts are.
Geneva Greets,
Kris